Tussen bladeren en bomen
heb ik geen woorden nodig.
Geen verlangen naar transformatie
van dat wat pijnlijk, lelijk, is.
Tussen bloemen, gras en vogels
heb ik geen methoden nodig
Om de wolken te verdrijven.
Er is geen duisternis.
In de wind, door regendruppels,
laat ik voetstappen achter.
In de modder, slechts voor even.
Is dat niet alles wat er is?
Een moment, een ademhaling.
Niet te verklaren. Uit te leggen.
Niemand te zijn en niets te zeggen.
Geen wrijving. Klein
doch groots. Aanwezig.
Nergens mee bezig. Ongezien
en ongedwongen. Licht waar ik kijk.
Geen doel, reden of bereik.
Geen vervorming, geen manier.
Alleen dit.
Dit nu. Dit hier.
Geen onrust
Geen vertier.
Alle stemmen weggestorven.
Verwachtingen vergaan.
Heelheid. Alles, alles samen.
Geen afzonderlijk bestaan.
Tussen bladeren en bomen
heb ik geen woorden nodig.
Geen verandering, transformatie.
Alles goed zoals het is.
Tussen bloemen, gras en vogels
heb ik geen methoden nodig
Geen roze bril. Geen pen, papier zelfs.
Kijk!
Geen wolken.
Geen duisternis.
Niets te kneden, om te vormen.
Alles goed zoals het is.
En de wind en regendruppels
o, zo welkom. O, zo zacht.
Modder, water, wind, voetstappen.
Geen bestemming die mij wacht.
Tussen bladeren en bomen
heb ik geen woorden nodig.
Geen afzonderlijk bestaan.
Lichtduisternislichtduisternislicht
Tussen bloemen, gras en vogels,
alles helder. Niets, niets nodig.
Menselijke gaven overbodig.
Alles samen. Evenwicht.
Modderige stappen. Een ademhaling.
In.
Uit.
In.
Geen nadere bepaling.
Alles samen. Alles één.
Einde. Einde.
Nieuw begin.