Deniece Wildschut

Speelruimte (deel 1)

Ze rende voor me uit de heuvel op en bleef daar staan, met haar armen in de lucht en een grote glimlach op haar gezicht. Het regende pijpenstelen, maar Gabriëlla trok zich daarvan niets aan. Hoofdschuddend liep ik op haar af, met mijn paraplu veilig boven mijn hoofd. Ik ontmoette Gabriëlla op een dieptepunt in mijn leven en hoewel dat nogal zwaar klinkt, is het wel de waarheid. Op een zomerse zondagmorgen zat ik levensmoe op een bankje aan de rand van het bos, toen een te vrolijk meisje naast mij kwam zitten. Haar glimlach en glinsterende ogen vertelden mij dat zij het naar haar zin had, en op dat moment irriteerde dat mij mateloos. Ik had bovendien genoeg mensen om me heen die me vertelden hoe mooi het leven was en die me continu aanspoorden om er eens iets nuttigs mee te gaan doen. Het meisje zei echter niets en opende een dik boek.
‘Vrees niet, ik ga je niet vermoeien met een gesprek,’ zei ze vriendelijk.
Ik haalde mijn schouders op.
‘Het is duidelijk dat je daaraan geen behoefte hebt.’
‘Waar maak je dat uit op? Ik heb geen woord gezegd…’
‘Daarom.’
Ze knipoogde en concentreerde zich weer op het boek. Ik staarde voor me uit, niet wetend of ik nu iets moest zeggen of mijn zwijgen beter kon voortzetten. Het werd warmer en drukker in het bos. Ik hoorde kinderen gillen en spelen, honden blaffen en mensen praten. Het irriteerde me enorm. Aarzelend stond ik op.
‘Je had wel gelijk,’ mompelde ik, voordat ik wegliep.
‘Dat weet ik!’ riep ze, terwijl ze opsprong en achter me aan liep.
Ik fronste mijn wenkbrauwen.
‘We hebben allemaal fijne en minder fijne periodes, toch? Ik snap het wel hoor. Iedereen bemoeit zich met je, of ze negeren je juist. Tijd om je gewoon even te voelen zoals je je voelt krijg je eigenlijk niet. Het leven gaat altijd door, right?’
Ik knikte.
‘Daarom knoopte ik ook geen gesprek aan.’
‘Wat doe je nu dan?’ vroeg ik, voorzichtig glimlachend.
‘Ik vertel je wat, maar ik verwacht geen antwoord. Je hoeft niks te zeggen.’
Ze bleef even staan en grijnsde.
‘Eigenlijk is het wel prettig, want meestal heeft een gesprekspartner direct een mening klaar. Gewoon even van je af praten is ook een uitdaging in het leven. Ik vind het wel prettig dat wij geen gesprek voeren en jij gewoon zwijgt. Hoe makkelijk!’
Lachend keek ik haar aan. Ze had een vriendelijk gezicht en grote bruine ogen, die mij nieuwsgierig observeerden.
‘Oké, we voeren dus geen gesprek,’ ging ze verder. ‘Loop gewoon maar even mee.’
We slenterden over een smal bospaadje, zonder een woord te spreken. Ik vond het wel prettig, hoewel het ongebruikelijk was om te zwijgen in de aanwezigheid van een onbekende. Eigenlijk zweeg ik ook niet in de aanwezigheid van iemand die ik wel kende, realiseerde ik me. Stilte wordt onderschat en ondergewaarderd. Ik hield er wel van, want het gaf me tijd en rust om na te denken. Alleen in stilte kon ik mijn gedachten horen schreeuwen en alleen in stilte kon ik gevoelens een plek geven.
‘Kijk.’
Ze wees de verte in en maakte een sprongetje.
‘Dat is mijn favoriete plekje. Daar kom ik om na te denken en even niets te moeten. Daar vind ik overzicht en rust. Dat heb je soms nodig, als mens.’
Ze knikte, alsof ze het met zichzelf eens was, en keek me toen bedenkelijk aan.
‘Ik heet Gabriëlla.’
Ze pakte mijn hand en schudde die uitbundig.
‘Je hoeft niets te zeggen, maar dan weet je in elk geval hoe ik heet. Dat voelt toch vertrouwder en gezelliger. Ook al voeren we geen gesprek.’

Verder Bericht

Vorige Bericht

© 2024 Deniece Wildschut

Thema door Anders Norén