Deniece Wildschut

Modern leven

Het moderne leven, ik ervaar het steeds meer als beklemmend. Nu ben ik ook samen met een in een klein dorpje in Marokko opgegroeide, in rivieren spelende lieverd voor wie deze hele ‘modern society’ sowieso nogal even wennen was. En ikzelf heb het beklemmende ervan op een of andere manier al vroeg ervaren, toen ik het thuis prima naar mijn zin had en toch plannen had om eropuit te trekken, terug naar de natuur. Leven in eenvoud. Ik zat op de basisschool en natuurlijk ging het plan niet door, maar ik voelde de noodzaak ervan diep vanbinnen. 

Ik las ooit: Als je het leven te veel probeert te regelen, is er steeds minder leven om te regelen. Hoe waar en van toepassing is dat in deze tijd en dit kikkerlandje! En weet je, zeker nu ik kinderen heb en de derde op komst is – wellicht gecombineerd met het interessante (kuch) tijdperk waarin we ons bevinden – begint een en ander me steeds meer tegen te staan. Ik aanschouw het ook vaker alsof ik naar een film kijk.

Zo’n speeltuin in juichkleuren waar kinderen ieder een zakje chips van mama krijgen en niets delen met andere kinderen. Kinderen die vijf keer per week sporten. Eigen agendaatjes hebben, so to speak. Kinderfeestjes met Amerikaanse taferelen, omdat iedereen dat doet. Maar ook de betonnen gevangenisjes met hekjes eromheen die we huizen noemen, waar geen frisse lucht blijft hangen al heb je ramen en deuren continu open. En al die eilandjes van mensen die druk-druk-druk zijn, met volle agenda’s waarin sociaal contact gepland moet worden. Werken om te leven. Boodschappenkarren vol niet essentiële zooi, ook nog eens bomvol troep die geen ziel goeddoet. Een tijd waarin appjes je om de oren vliegen, maar mensen live contact of zelfs bellen bijna eng lijken te zijn gaan vinden. Waarin kinderen naar schermpjes turen en papa’s en mama’s eigenlijk ook. Waarin auto’s af en aan rijden en de wereld meer dan ooit in beweging is, maar lichamelijke beweging steeds schaarser wordt. 

Waar is het eenvoudige samen zijn en eten. Je met zijn allen om kinderen bekommeren. It takes a village, nietwaar…? Waar zijn de kampvuurtjes en het schaterlachen, de kaarsjes en de duisternis, de blote voetjes in de modder en die verlepte boterham die na een dag buiten zijn meer dan ooit smaakt? 

Hoewel ik mezelf er vaak toe probeer aan te sporen te denken in overvloed in plaats van schaarste, ervaar ik vaak een diep gemis als ik om me heen kijk. De natuur ligt weggeborgen onder tegels en boven dakpannen en TL-buizen. Achter glas. Je kinderen in aanraking brengen met de natuur, met het leven, lijkt iets dat is weggelegd voor de vakantietijd. Belachelijk natuurlijk. Maar bovenal pijnlijk. Ik voel altijd de behoefte om in de natuur te zijn, buiten, in eenvoud en verbinding, maar het onvermogen om dat in deze tijd en op deze plek echt te realiseren frustreert geregeld. 

Een tijdje terug keek ik documentaire waarin een fotograaf vogels met maagjes vol plastic voor zijn lens had. Ze waren dood. Triest. Maar die stilte. Die natuur. Die echtheid. Prachtig! En ik bedacht me, dat als ik wist dat ik de aarde zou verlaten, ik tegen mijn kinderen zou zeggen: Ga eropuit, de natuur in. En kijk. Snuif het op. Verdrink erin. Neem het op met elke vezel van je lijf. Want daar, daar is het leven. Dat is het leven. Geniet ervan. Het is oogverblindend mooi. 

En het leven zit natuurlijk in elk alledaags momentje en ook in de gekunstelde speelplaatsen voor koters, Paw Patrol en ‘made in China’ goodies. Of ‘eco Spielgut goodies’ for that matter. Maar de wereld is een speeltuin, verdorie. En alles erin het mooiste speelgoed dat je je maar kunt wensen. 

Je wordt, zo lijkt het, opgezogen in het systeem waar je nu eenmaal mee te leven hebt. Je moet daar wel in meegaan, meebewegen – al zijn er details die je natuurlijk zelf kunt finetunen. Maar mensen om je heen, beweging rondom, sociaal contact dus, en de natuur binnen handbereik, vind ik essentieel. Voor mezelf, maar zeker voor mijn kinderen. Terug naar de natuur. De leegte. De ruimte om je plek op natuurlijke wijze te kunnen vinden en het leven te ervaren als dat wat het is: potentieel, dat schittert en knettert, bruist en bubbelt. Energie die er mag zijn en erop wacht vormgegeven te worden, losgelaten te worden en opnieuw vorm te kunnen aannemen.

We zijn allemaal magiërs, damn it. We zijn het alleen vergeten. 

Verder Bericht

Vorige Bericht

© 2024 Deniece Wildschut

Thema door Anders Norén