Deniece Wildschut

Heksenjacht (deel I)

Daar stond ze dan, voor de alles buitensluitende deur die haar honend leek aan te kijken. Ze staarde peinzend terug. Jezus, wie had gedacht dat de achtervolging zo spoedig eindigen zou? Haar hart bonsde nog als een gek. Ze kon zijn aftershave nog ruiken, maar zelfs van zijn silhouet was elk spoortje verdwenen. Alsof het een herinnering betrof. De zware, houtachtige geur maakte haar misselijk.
‘Jenna.’
Ze keek op. Michel haastte zich naar haar toe. Zijn blauwe T-shirt doorweekt, zijn donkerblonde lokken tegen zijn gezicht geplakt. Hij hijgde pijnlijk, wierp een vragend knikje naar de deur.
‘Ja.’ Ze zuchtte.
Wat konden ze nog doen? Het was over! Het was allemaal over, en dat terwijl ze hem eindelijk op het spoor waren. Verdomme. Máánden had het gekost!
‘FUCK!’ schreeuwde ze met een trap tegen de deur. Een pijnscheut trok door haar lichaam. Het duurde even eer haar hersenen beseften wat er gaande was. Met een kreet liet ze zich op de grond zakken, haar handen over haar scheenbeen.
‘Verdomme.’ Een traan rolde over haar wang, die glom en rood was van de hitte. Van de woede.
Hij drukte haar kort tegen zich aan.
‘Kom op zus,’ fluisterde hij, ‘we vinden die rotzak wel.’
De kus op haar voorhoofd kalmeerde haar wat.
‘Hij kan niet ver zijn, Jen. Zijn been. Ik had ‘m te pakken, ik weet het zeker. Pijn heeft ‘ie, dat is een feit.’
Michel stak het kleine pistool weer in zijn zak en beet op zijn lip. Zijn houding gaf haar moed en stelde haar gerust, maar zijn blik maakte haar onzeker. Ook hij had twijfels, zag ze. Ze vreesde de angst die haar hart onbarmhartig doorkliefde. Wat als deze heksenjacht hun einde zou betekenen? Het echode door haar hoofd, terwijl haar broer de zware deur onderzocht. Hij staakte zijn pogingen spoedig en veegde de natte haren woest uit zijn gezicht.
‘Laten we teruggaan,’ klonk het mat. ‘Een meter of tien terug, daar kunnen we de trap op, omhoog.’
‘Maar wie weet waar hij de tunnel verlaat, Mich! Straks zijn we ‘m kwijt.’
Ze wreef in haar ogen.
‘Geen keus. We moeten íets, dat weet jij ook… Kom op, we kunnen niet opgeven nu.’
‘Je hebt gelijk,’ besloot ze, ‘laten we ’t proberen. De kans dat ‘ie het via de straat probeert is toch klein. Iedereen herkent ‘m, dat zal hij niet riskeren.’
Michel stak zijn duimen op en samen baanden ze zich een weg door de duisternis. Er was nauwelijks voldoende licht om je te kunnen oriënteren, maar ze kenden de tunnel inmiddels goed… Helaas gold dat voor Varjo ook.

Movie All Is Lost (2013)

Verder Bericht

Vorige Bericht

© 2024 Deniece Wildschut

Thema door Anders Norén